seksueel geweld? In zijn boek Liefdes
verdriet probeert Niels Posthumus antwoord te geven op deze pijnlijk
actuele vraag.
De publicatie van
Liefdes verdriet van de Nederlandse
journalist Niels Posthumus komt
precies op het goede moment. Het boek, met als ondertitel ‘Verliefdheid,
relaties en seks in het Zuid-Afrika van na de apartheid’, verscheen in een week
toen de Zuid-Afrikaanse media beheerst werden door het nieuws van de moord op
de 22-jarige studente Karabo Mokoena. Mokoena werd voor het laatst gezien toen
ze met haar partner een chique nachtclub in Sandton verliet. Mokoena had een
straatverbod tegen de man aangevraagd, maar de politie had haar verzoek niet
serieus genomen. Op 29 april werd haar lichaam gevonden op een stuk
braakliggend terrein – gewurgd, verminkt en verbrand.
Na eerdere
geruchtmakende zaken zoals de moord op Anene Booysen en Reeva Steenkamp, beide
in 2014, vestigde Mokoena’s dood opnieuw de aandacht op de vele geweldsmisdrijven
tegen vrouwen en kinderen in Zuid-Afrika. Volgens onderzoek van de Medical
Research Council wordt in Zuid-Afrika elke acht uur een vrouw door haar partner
of een kennis vermoord. En uit een recent rapport van Stats SA blijkt dat één
op de vijf vrouwen er te maken krijgt met fysiek geweld in huiselijke kring. De
laatste tijd lijkt het geweld te escaleren: in dezelfde week als Karabo Mokoena
werden er in het hele land zeker tien vrouwen verkracht en vermoord.
Seksueel
geweld en economische ongelijkheid
In Liefdes
verdriet gaat Niels Posthumus op zoek naar de oorzaken voor het geweld
tegen vrouwen in de Zuid-Afrikaanse samenleving. Daarnaast behandelt het boek andere
actuele thema’s, zoals materialisme in seksuele verhoudingen (‘gold digger’
zoekt ‘sugar daddy’: jonge vrouwen die het aanleggen met oudere mannen, in ruil
voor cadeaus, etentjes, huur, collegegeld of beltegoed), de HIV/aidsepidemie (nog
steeds is Zuid-Afrika met ca. 6,5 miljoen besmettingen koploper in de wereld)
en de conservatieve houding tegenover homoseksualiteit (wat bij lesbiennes in
de zwarte en bruine gemeenschap zelfs kan leiden tot ‘corrective rape’).
In zijn poging om deze fenomenen te
beschrijven en te verklaren, weet Posthumus – sinds 2012 Zuid-Afrika-correspondent
voor Trouw en BNR Nieuwsradio – aardig
recht te doen aan de complexiteit van de Zuid-Afrikaanse werkelijkheid. Daarbij
gaat hij verder dan titel en omslag van het boek doen vermoeden. Hij behandelt
bijvoorbeeld ook de geografische scheiding tussen de verschillende
bevolkingsgroepen, die na 1994 in veel steden is blijven bestaan. En hij heeft
oog voor de economische ongelijkheid. ‘Welk probleem je ook aanroert in
Zuid-Afrika’, schrijft hij, ‘vroeg of laat spelen de vernedering in het
verleden, de onterechte witte privileges, de oneerlijke kansen en de
kapotgemaakte sociale structuren een rol.’ Seksueel geweld ziet Posthumus dan
ook vaak niet als daad van wellust, maar als uiting van frustratie en woede.
Het voordeel
van een witte huid
Liefdes
verdriet is vlot geschreven. Posthumus heeft
voor dit boek interviews gevoerd met een groot aantal wetenschappers,
journalisten én ervaringsdeskundigen; sommigen leren we goed kennen. Hij heeft zich
grondig ingelezen en lardeert zijn verhaal met spannende statistieken (‘zelfs
in 2013 voerde slechts een derde van alle Zuid-Afrikanen regelmatig een echt
gesprek met iemand met een andere huidskleur’).
Daarnaast gooit Posthumus ook zijn eigen
ervaringen in de mix. Zijn perceptie wordt beïnvloed doordat hij schrijft
vanuit het specifieke milieu van de hippe, multiculturele kunstenaarswijk
Maboneng in Johannesburg, waar, volgens zijn eigen schatting, negentig procent
van de vrouwen die hij ontmoet, zwart is. Dat perspectief lijkt hem soms te
verleiden tot generalisaties over ‘dé Zuid-Afrikanen’ wanneer hij alleen zwarte
Zuid-Afrikanen bedoelt. Met de werkelijkheid van witte en bruine Zuid-Afrikanen
– het straatbeeld van zeg maar Kaapstad, Stellenbosch of Hatfield, Pretoria – heeft
hij minder affiniteit.
Hoe white
privilege werkt, wordt Posthumus – en mét hem, de lezer – geestig duidelijk
wanneer hij zich in het laatste hoofdstuk afvraagt waarom hij met zijn
bescheiden inkomen en zijn tweedehands autootje zoveel succes heeft bij zwarte
vrouwen. ‘Ik begin zowaar te twijfelen. Ik zie dunner wordend, donkerblond
haar, een wat slungelachtige gestalte, ogen met een onbestemde kleur, een vale
huid. Ik ben niet per se onaantrekkelijk, maar ik kan er niet omheen dat Lea
vele malen knapper is. Datzelfde kan ik zeggen over bijna al mijn dates in
Zuid-Afrika. Onder hen waren fotomodellen, professionele danseressen, actrices,
een soapster. Zonder uitzondering waren ze ook nog eens hoogopgeleid, grappig,
intelligent en ambitieus. Had mij dit lang geleden niet al aan het denken
moeten zetten? Waarom vielen die knappe, succesvolle, donkere Zuid-Afrikaanse vrouwen
op mij? Misschien toch omdat mijn huid wit is?’
Niels Posthumus, Liefdes verdriet. Verliefdheid, relaties en seks in het Zuid-Afrika van
na de apartheid. Houten: Het Spectrum, 2017. ISBN 9789000354818. 192 p., €
19,99.
(Deze recensie is in 2018 verschenen in Zuid-Afrika Spectrum, het tijdschrift van het Zuid-Afrikahuis in Amsterdam.)